24 100 jaar Olthof 19 november 2024 Feliciteert Olthof Marine Group met haar 100-jarig jubileum. We hebben in 1987 een motorkeuring van een Stork laten doen door Olthof. Sindsdien zijn we klant gebleven, omdat we zeer tevreden waren. In de loop van de jaren heen hebben we drie hoofdmotoren, drie generatoren en één stuurwerk geleverd en geplaatst gekregen. De directeuren hebben we ook zien veranderen, Gert Olthof daarna nam Henny Olthof het stokje over, en ook met Henny al die jaren een hele fijne samenwerking geweest! En nu is Gertjan de Gelder er, met wie we ook heel goed kunnen samenwerken. We hebben een hele generatie monteurs en metaalbewerkers met pensioen zien gaan… en de nieuwe generatie monteurs en metaalbewerkers zien komen. Kortom een TOP-bedrijf om mee samen te werken, wij zijn niet voor niets 37 jaar een tevreden klant gebleven. Hartelijk gefeliciteerd met het 100-jarig bestaan! Dat is echt een mijlpaal! Wij wensen Olthof Marine Group nog heel veel mooie jaren. Henk & Jolanda van Gils, ms Rodeo (foto Henny Olthof)
19 november 2024 100 jaar Olthof 25 Bewonderende blikken voor blinkende schepen Met de viering van het 100-jarig bestaan greep Olthof Marine Group de gelegenheid om de indrukwekkende technische ontwikkeling van de binnenvaart te laten zien. Het nieuwe containerschip Letitia van de HTS Group vormde met zijn elektrische aandrijving (batterijen en straks ook waterstof) een mooi contrast met de klassieke luxe motor Terra Nova uit 1929 en de nog steeds actieve sleepboot Limburgia uit 1942. Natuurlijk ging de meeste interesse tijdens de open dag op 9 november uit naar de imposante Letitia. Maar de glimmende Limburgia trok eveneens bewonderende blikken. Tot genoegen van Roelf Fransbergen uit Maasbracht, die sinds 2020 eigenaar is. Hij vertelde trots over de sleper, het werk dat hij er nog steeds mee doet voor het alweer jaren geleden aan de kinderen overgedragen familiebedrijf Fransbergen Trading & Shipping én over de imposante motor. Dat is een Brons 8ED van 500 pk. Geen spatje roet Die krachtbron, stammend uit 1947, is ook de link met Olthof. Roelf: “In 1962 is de stoommachine die er oorspronkelijk in stond, vervangen. De Bronsmotor kwam uit een coaster die in 1960 bij Vlissingen gezonken was. Na twee jaar werd hij geborgen en de toenmalige eigenaar van deze sleepboot kocht Roelf Fransbergen bij de Brons 8ED die in 1962 door Olthof werd gereviseerd zodat die in de Limburgia kon worden geplaatst. (foto Tekst & Toebehoren) ‘m. Hij liet de motor reviseren door Olthof, dat destijds Brons-dealer was. Daarna is de motor teruggebracht naar Zeeland, waar hij is ingebouwd.” Dat ze toen ook al goed werk leverden, bewijst de motor nog elke dag. “Hij draait nog steeds fantastisch. Het is geen CCR2, geen Stage V, maar er komt geen spatje roet uit de pijp.” De motor wordt dan ook uitstekend onderhouden. Zoals dat eigenlijk geldt voor de Limburgia als geheel. Van kop tot kont. Op naar de volgende honderd jaar... Vervolg van pagina 23 “Zij leverden vooral aan de industrie. Er was wel een link, want net als wij hadden zij veel pijp- en leidingwerk. De synergie viel echter tegen en begin jaren 80 hebben we dat bedrijf afgestoten.” “In Duitsland hadden jullie toch ook een vestiging?”, vraagt Gertjan. “Ja, Chemgas kocht een werf in Duisburg”, antwoordt Henny. “Daar zijn we samen aan de slag gegaan. Dat was rond 1990. Wij wilden kijken of we op die manier onze Duitse activiteiten konden uitbreiden. Daarom hadden we een soort filiaaltje opgezet. Maar Duitsers gingen juist steeds meer in Nederland repareren, omdat dat goedkoper was. Uiteindelijk hebben we daar wel een aantal grote projecten voor Chemgas gedaan.” Familiebedrijf Henny was in 1988 in dienst getreden bij het familiebedrijf. Tien jaar later werd hij directeur en aandeelhouder. Het was niet vanzelfsprekend dat hij bij Olthof ging werken. “Ome Gerrit en mijn vader leidden het bedrijf destijds samen. Gerrit was verantwoordelijk voor de techniek, mijn vader deed de financiën. Toen hij door een hartinfarct uitviel, zat m’n oom behoorlijk met de handen in het haar. Ik werkte bij een bank en had dus wel wat gevoel voor financiën. In eerste instantie was het de bedoeling dat ik alleen de administratie zou doen, maar dat vond ik zelf niet uitdagend genoeg. Dus ben ik er eerst ook een stuk commercie bij gaan doen en later werd dat steeds meer.” Helemaal toen er een elektrotechnisch bedrijf bij kwam: Gecap. “Dat was in de jaren 90. Gebhard Electro uit Ridderkerk deed ongelooflijk veel werk voor Verenigde Tankrederij. Toen dat bedrijf failliet ging, vroeg VT of wij het niet konden overnemen. Als het in vreemde handen zou komen, had de rederij een groot probleem doordat alle schema’s van de schepen bij Gebhard lagen.” Olthof schoot te hulp. De naam Gebhard mocht niet worden gebruikt en zo ontstond Gecap, een samenvoeging van Gebhard en Capelle aan den IJssel. Gecap Electro is nog steeds op het terrein van Olthof gevestigd. Het is sinds vorig jaar een zelfstandig bedrijf; het werd niet meeverkocht aan Gertjan de Gelder. Kantoor Het kantoor van Olthof was oorspronkelijk gebouwd voor de buurman: Scheepswerf Vuyk. Toen die in 1979 ophield te bestaan, kreeg Olthof de kans het pand te kopen, samen met een deel van het terrein en de kade en steiger. De rest van het terrein kwam in handen van Boskalis. Die aanschaf was destijds een grote investering, vertelt Henny. “Dat was in de eerste jaren financieel best zwaar. Het kantoor en het terrein waren ook eigenlijk te groot voor ons. Maar toen de schepen steeds groter werden, was het een enorm voordeel: je kunt hier makkelijk vier schepen van 125 of 135 meter afmeren. Dus uiteindelijk was ik m’n oom en vader dankbaar dat ze het hadden gedaan.” Er was ook ruimte voor extra loodsen en werkplaatsen. Die werden in 2008 gebouwd. Deels voor Olthof zelf, zodat de motorenafdeling en de ijzerwerkplaats gescheiden konden werken. Ook kreeg Gecap, dat steeds meer ruimte nodig had, een eigen onderkomen. “Verder konden we onze twee grootste klanten, VT en Chemgas, een eigen ruimte bieden – voor opslag van onderdelen.” Verkoop Een paar jaar geleden ging Henny nadenken over zijn toekomst en die van Olthof. Zijn kinderen hadden geen belangstelling om hem op te volgen. Een neef wel, maar na een inwerkperiode kwamen ze samen tot de conclusie dat diens ambities elders lagen. Toen kwam Gertjan de Gelder, die jaren bij Koedood Marine Group had gewerkt, in beeld. “Eigenlijk doordat ik door de familie Heuvelman van de HTS Groep was gevraagd om voor hen de afbouw van twee containerschepen te begeleiden, waarvan de Letitia de eerste is. Op zoek naar een kade kwam ik bij Olthof terecht… en van het één kwam het ander.” Waar Henny tegenop zag, was dat hij over de verkoop aan zijn oom Gerrit moest vertellen. “Die moest het als eerste horen, vond ik. Die heeft hier veertig dienstjaren als directeur erop zitten. Hij had al een paar keer gezegd dat ik eens een kop koffie moest komen drinken. Toen ik langsging was hij niet verbaasd dat ik de zaak ging verkopen. Hij vertelde dat hij al een paar keer bijna in de auto was gestapt, maar dat m’n tante hem tegenhield. Omdat hij zich er niet mee moest bemoeien. Maar zijn boodschap was dat ik een keer aan mezelf moest gaan denken. Dus uiteindelijk was dat een veel makkelijker gesprek dan ik verwachtte.” Thuis voelen Gertjan: “We waren er eigenlijk vrij snel uit samen. Henny zou eerst nog een jaar erbij blijven, toen drie maanden. Maar hij wilde toch meteen stoppen nadat we bij de notaris langs waren geweest.” Henny legt uit: “In mijn omgeving heb ik best wat ondernemers gezien die hun bedrijf verkochten. Degenen die er nog een poos bij betrokken bleven, is dat niet goed bevallen. Jij hebt altijd op een bepaalde manier gewerkt met je mensen. En of dat nou goed is of niet goed, dat is verder niet zo relevant. Gertjan doet het op zíjn manier. Daar moest ik hem de ruimte voor geven.” “Achteraf is het inderdaad goed geweest”, erkent Gertjan. “Honderd procent. Als je nog een paar maanden naast elkaar zit, dan vraagt het personeel toch weer naar Hennie. Nu kwamen ze meteen naar mij. Dat heeft duidelijkheid gebracht – voor de jongens en voor mijzelf ook.” “Eigenlijk heel raar misschien, maar het is nog geen dag wennen geweest”, vertelt Gertjan. “Ik voelde me meteen thuis. Het personeel reageerde in eerste instantie wel geschokt. En dat snapte ik ook. Maar toen we een paar dagen na de bekendmaking een personeelsborrel hadden, nam een van de jongens het woord en die zei: ‘Laten we ervoor gaan met z’n allen.’ En dan hebben ze ook gedaan!” “Ze waren bang dat er veel zou veranderen. Dat snapte ik. Maar ik wilde juist behouden wat zij ook belangrijk vinden: de gezelligheid, het vakmanschap en de broederschap. Dat is juist de kracht van Olthof Marine Group.” De naam is wel veranderd. Om aan te geven hoe veelzijdig het bedrijf is. “We zijn ook een ‘groep’, met de dieselafdeling, de machinefabriek, de hydrauliekafdeling en de spare parts. En zeker voor onze buitenlandse klanten spreekt ‘Olthof Marine Group’ meer aan.” “We hebben ook nog wat dingen veranderd, de meeste op verzoek van de medewerkers”, aldus Gertjan. “Zoals een aparte koppenwerkplaats, een logischer indeling van de magazijnen en een extra kraanbalk zodat de jongens makkelijker kunnen werken bij grote revisies.” Er is ook een onderhoudsman aangenomen, die het terrein bijhoudt en de afdelingen ondersteunt – met kraanwerk en dergelijke.” Trots Gertjan kijkt met tevredenheid terug op zijn eerste jaar bij Olthof. “Het draait uitstekend en we hebben er aardig wat leuke klanten bijgekregen. De sfeer is nog steeds goed. Eigenlijk alleen maar beter. Een mooi voorbeeld was de deelname aan Europort… Eerst moest ik moeite doen om collega’s mee te krijgen naar de beurs. Wat bleek? Vroeger vonden ze dat niks, voelde het als een verplichting. Maar nu stonden we prominent in Ahoy, presenteerden we ons trots en vonden ze dat prachtig.” Dat geldt ook voor de nieuwbouw van de Letitia. Het containerschip van Heuvelman en MTS Duisburg speelde een prominente rol in de viering van het 100-jarig bestaan. In het verleden deed Olthof vaker afbouw van nieuwe binnenschepen. Na het wegvallen van IHDA ontbrak het aan de contacten met opdrachtgevers op dat gebied, vertelt Henny. “Nu willen we wel vaker schepen afbouwen”, zegt Gertjan. “Sowieso komt nog het tweede schip voor Heuvelman.” “We willen ook een rol spelen in de innovatie en energietransitie. We doen nu met de Letitia ervaring op met elektrisch varen en waterstof. Dat wordt in de toekomst steeds belangrijker. Maar we blijven ook altijd volop inzetten op motoren, hydrauliek, onderdelen en reparaties. We zullen er altijd zijn voor onze klanten. Bestaande en nieuwe!”
Loading...
Loading...
Waar binnenvaart is, is de Binnenvaartkrant. Dankzij de unieke en intensieve verspreiding van de Binnenvaartkrant in Noordwest-Europa bereikt dit vakblad allen die in en om de binnenvaart werkzaam zijn. Meer dan 50.000 mensen lezen de Binnenvaartkrant. Daarmee is het verreweg het meest gelezen vakblad in de binnenvaartsector. Het is niet voor niets dé krant van de binnenvaart. De adverteerder weet dat zijn boodschap elke beslisser in de binnenvaart bereikt.
Neem contact met ons op: klantenservice@binnenvaartkrant.nl