Views
1 year ago

2023-26 Kerst

58

58 Kerst 19 december 2023 Kerstvakantie van het internaat Vervolg van pagina 57 teren de Lek op, kwam Arnold weer in zijn doen en floot hij zijn vaste repertoire. Ze waren vroeg in Amsterdam en hij paste als laatste nog net bij een schutting van de Oranjesluizen. Hij kende de koersjes naar Lemmer uit zijn hoofd en onder deze omstandigheden was het een vakantiereisje. Hij besloot via de Dokkumer Ee en via Dokkumer Nieuwe Zijlen de Lauwerszee op te gaan. Na een paar uur te hebben geslapen in Leeuwarden ging de reis verder. Ook in Dokkumer Nieuwe Zijlen kon gelijk geschut worden. Buiten de sluis werd even vastgemaakt en bij de plaatselijke bakker c.q. kroegbaas op de dijk haalde Arnold nog een paar verse broodjes. Op het Wad wist je nooit wanneer je weer aan de wal kwam. Hij belde nog even naar de agent, die hem doorgaf dat de zuiger ergens in de werkhaven bij Oostmahorn lag en dat zij woensdagmorgen met het tij wilden varen. Onderweg kwamen ze verschillende garnalenkotters tegen en met een Zoutkamper ruilden zij een maaltje sliptong voor een emmer smeerolie. Daarna voeren zij naar de werkhaven waar de forse zuiger op haar spudpalen lag. De lompe bak was behoorlijk aangegroeid dus het zou in ieder geval een zwaar vrachtje worden. Er lagen ook twee boten van de aannemer langszij. Arnold ging kennismaken met de bemanningen van de boten en van de zuiger. De schipper van een klein vletje, dat ook opzij lag, kwam uit de buurt en kende het Wad op zijn duimpje. Hij zou proberen om staken te steken en zo de geulen aan te geven omdat de reguliere betonning was weggehaald voor de eventuele ijsgang. De vlet was ‘s morgens al heel vroeg vertrokken en de sleep vertrok toen de vloed erin kwam. De diepte in de meeste geulen hadden zij broodnodig. De Marie van Arnold lag van de drie boten het diepst en werd daarom de achterboot. De waterballast werd uit de achterpiek gepompt en dat bracht de diepte op ongeveer één meter veertig. Arnold was niet goed bekend op het Wad maar schatte de afstand op de kaart zo’n 80 kilometer naar Harlingen. De andere sleepboten vierden de zuiger erachter en Arnold maakte de Marie vast achter de zuiger. Het zou tijdens de hele reis een zaak van opletten worden, omdat hij tijdig achteruit moest slaan als een van de voorboten de grond zou raken. Arnold schrok toen de Marie even over de grond ging… De touwen knarsten en met een knal kwam de boot tegen de zuiger toen zij weer vlot kwam en als het ware gekatapulteerd werd tegen de zuiger. Arnold meldde het via de walkietalkie aan de andere sleepboten. “We proberen het nog even en anders moeten we maar een tij stoppen”, sprak de andere schipper. “Alles gaat volgens plan, dus het zit niet tegen”, antwoordde de schipper. Een minuut of vijftien later gingen ook de voorboten over het zand. De zuiger liet haar spudpalen zakken en zo werd gewacht op de vloed. “Heb je het weerbericht gehoord”, vroeg een van de collega’s aan Arnold en hij ging verder: “Ik zou blij zijn als we over het Wad zijn, want als de wind Oost loopt, kan je hier zomaar weken vastzitten.” De mannen namen nog wat rust en zodra de voorste boten weer vlot kwamen, begonnen ze te trekken, de Marie aanvankelijk nog over de grond meesleurend. Ook dat tij kwamen ze niet over het Wad. Arnold dacht aan zijn kinderen. Het liep weer tegen het eind van de week en hoewel zij het van tevoren wisten, bezwaarde het hem dat hij ze weer een weekend op het internaat moest houden. Dit was eigenlijk een onhoudbare situatie. De vlet kwam opzij. Hij bracht wat boodschappen en nam tegelijk afscheid van Arnold. Zijn taak zat erop. De schipper wenste de bemanning een fijne Kerst en probeerde zelf nog een stukje op huis aan te komen. Arnold keek hem in gedachten na en ging daarna naar binnen. Hoe hij ook piekerde, hij wist geen oplossing voor dit weekend. Een van de voorboten belde naar het kantoor en die gaven de opdracht niet te stoppen in Harlingen en in ieder geval door te varen naar Kornwerderzand. Er zat vorst in de lucht en indien nodig zouden ze nog een extra boot sturen. In ieder geval ging de bemanning dit weekend niet naar huis. Inmiddels was het zaterdag toen zij schutten in Cornwerd. Een week vóór de Kerst kwamen de meeste ouders hun kinderen ophalen voor de kerstvakantie. Hoewel er altijd wel kinderen over bleven, omdat hun ouders er niet op tijd konden zijn, waren nu de enige twee die niet opgehaald werden de kinderen van Arnold. Janny had al van tevoren tegen de kinderen gezegd dat zij bij haar mochten blijven zolang hun vader er niet was. De kinderen vonden het prima en vonden het bij haar eigenlijk leuker dan thuis. Zij hielpen Janny de kerstboom te versieren en kerstboodschappen doen. Ook kocht Janny cadeautjes voor elk van hen. En als de kinderen op bed lagen, mijmerde zij over de weelde om zulke kinderen te hebben. Soms droomde zij even weg en dacht zij aan Arnold. Zij kreeg een kleur en ging snel een werkje doen om de gedachten te verzetten. Op de sluis probeerde Arnold het internaat te bellen, misschien kon hij de kinderen aan de lijn krijgen, maar het lukte niet. Misschien maar beter ook want hij wilde ze niet van streek maken. Ook hijzelf knapte er niet van op. In Amsterdam zou hij het nog eens proberen. Vooral zijn dochtertje, die ook nog weleens ziek was, miste haar vader en moeder. Zijn hart brak als hij eraan dacht. Hij nam zich voor in ieder geval met de Kerst met de kinderen te zijn. Besloten werd het weekend door te varen om de baas ter wille te zijn. Ook op de zuiger waren er enkele Sliedrechters die wel door wilden varen. Anderen bleven wel aan boord, maar werkten niet. Toen de werkwillige bemanning zich zondagmorgen gereedmaakte voor de reis, lag er al een dun laagje ijs over het IJsselmeer. Het vroor stevig en allen wisten wat dat betekende. Zwijgend ging het transport op weg. Ruim negen uur hadden ze nodig om in Enkhuizen te komen. Hier wilden zij vastmaken toen hun een boot van Rijkswaterstaat tegemoet kwam. “Bericht van jullie kantoor”, riep de schipper. Hij vervolgde: “Jullie moeten doortrekken naar Amsterdam, daar kan de zuiger waarschijnlijk blijven liggen.” De mannen waren moe, maar ze begrepen de opdracht van kantoor best. Het vroor nu behoorlijk en de volgende dag zouden ze er niet meer doorkomen. Toen zij in de Oranjesluizen lagen, belde een van de schippers bij de sluismeester naar het kantoor. Omdat voor de kinderen van Arnold de kerstvakantie al was ingegaan besloot ook hij even naar het internaat te bellen. Weer kreeg hij niemand te pakken. Inmiddels ging de sluis open en de opdracht was om binnendoor met de zuiger naar Sliedrecht te varen.

19 december 2023 Kerst 59 Onderweg kwamen ze verschillende garnalenkotters tegen. Als ze geluk hadden, waren zij net op tijd om nog deze nacht, om tien voor tweeën, de spoorbrug te pakken, anders moesten zij 24 uur wachten. Daarna moest er geslapen worden. Toen zij voor de brug lagen, ging Arnold even op de bank liggen. Hij vouwde zijn handen en bad om hulp. Hij vroeg de Schepper of hij met de Kerst bij de kinderen kon zijn en of er een einde kon komen aan zijn moeilijk positie. “Zeg mij alstublieft wat ik moet doen.” Hij viel in een onrustige slaap, waarin hij zijn vrouw Maria zag. Zij leek gelukkig en zei hem dat hij door moest gaan met zijn leven. Maar toen hij drie kwartier gelegen had, riep Jan Kees dat de brug draaide. De brug draaide precies op tijd en toen ze door de brug waren, konden ze nergens plaats vinden om een paar uur te blijven liggen. Bij de sluis van de Nieuwe Meer zou wederom gekeken worden of zij vast zouden maken. Onderweg bleek wel dat het ijs ook hier steeds dikker werd en tegen de ochtend in de Nieuwe Meer gekomen, besloot door de bemanning om door te gaan. Tussen de bedrijven door moest Arnold steeds aan zijn droom denken. Wat had dat nou te betekenen? Afgesproken werd om onderweg te stoppen voor boodschappen en tegelijk zou Arnold dan even het internaat kunnen bellen. Hij móest nu wat weten van zijn kinderen. De Marie was nog steeds achterboot en van de twee voorboten voer er één los om de vaargeul in het ijs wat groter te maken. De Marie duwde flink mee, de brug bij Schiphol opende direct en ’s middags in Alphen aan den Rijn maakten ze even vast. Arnold haastte zich naar het dichtstbijzijnde café om te bellen. Door het internaat werd wederom niet opgenomen en Arnold besloot om zijn kantoor te bellen. “Hebben jullie iets van het internaat gehoord”, vroeg Arnold. De boekhouder antwoordde: “Ja wij hebben gebeld, omdat we wisten dat je niet op tijd terug zou zijn. Zij hebben een telefoonnummer door- Lees verder op pagina 61

Binnenvaartkrant

© Binnenvaartkrant